Miko Koffie Noord levert diverse chocoladepoeders voor het bereiden van een heerlijk smaakvolle en geurende kop chocolademelk.
De poeders kunnen zowel in een machine worden gebruikt of per kop.
Of voor de grootverbruiker: een hot-chocolate machine, met daarin kant en klare chocolademelk!
Geschiedenis
Net zoals koffie, stamt chocolade uit de pre-Colombiaanse culturen in Latijns-Amerika. Toen de ontdekkingsreiziger Hernan Cortes cacao uit de nieuwe wereld meebracht naar Spanje en Europa en ons leerde hoe we er een chocoladedrank mee konden bereiden, veroorzaakte dat behoorlijk wat opschudding. Het was een goddelijke bereiding volgen sommigen, heidens volgens anderen. Ook Columbus bracht de cacaoboon mee terug naar Europa.
Eén van de volkeren die Columbus tijdens zijn veroveringstochten in de Nieuwe Wereld ontmoette, waren de Azteken. Al generaties lang dronken zij een sapje, op basis van gegrilde zaadjes, die ze lieten weken in kruiden. Het goedje smaakte bitter en volgens westerlingen niet lekker. In het drankje verwerkten de Azteken ook een boon, afkomstig van een vreemde boom, die een beetje op een bananenboom lijkt. In de vruchten van deze boom, de cacaoboom, verborgen zich de bewuste bonen.De Azteken hadden deze cacaoconsumptie overgenomen van de Maya’s. Honderden jaren voordat Columbus voet aan wal zette in Amerika, legden de Maya’s reeds cacaoplantages aan op het Mexicaanse schiereiland Yucatan. Ze noemden de vrucht van de boom “cacau” en het rituele drankje doopten ze “chacau haa”. Christoffel Columbus nam het recept mee naar Spanje, maar de Spanjaarden vielen niet onmiddellijk voor de bittere, wrange smaak van deze opwekkende drank. De opmars van de drank begon toen ze er rietsuiker en vanille aan toevoegden om de smaak te verbeteren. De nogal dure en bijgevolg exclusieve nieuwigheid sloeg aan bij de adel en de burgerij. Het eerste Londense Chocolate House opende zijn deuren in 1657.
Toen de dokters uit die tijd er allerlei geneeskrachtige en therapeutische eigenschappen aan gingen toeschrijven, versnelde de opmars van dit nieuwe product. Het veroverde een vaste plaats in elke apotheek. In de 19e eeuw verwerkte men de cacao in verschillende wondermiddeltjes; de ene keer diende het als remedie tegen futloosheid, de andere keer kreeg het laxerende eigenschappen toegeschreven. Sommige auteurs raadden chocolade aan als helende balsem tegen kloofjes en brandwonden, als bescherming tegen de zon en zelfs als preventief middel tegen slangenbeten.
Chocolade werd lang alleen als drank gedronken. Halverwege de zeventiende eeuw begon men soms melk toe te voegen in plaats van water, en zo kreeg je de eerste chocolademelk. In 1815 voegde Casparus van Houten senior alkalische zouten toe aan chocolade, om de smaak minder bitter te maken. Ook zorgde hij ervoor dat chocoladepoeder zich beter in water oploste. Daarnaast maakte hij een speciale pers waarmee cacaoboter (het natuurlijke vet dat in cacaobonen zit) gescheiden kon worden van het cacaopoeder. Met dit cacaopoeder en een beetje cacaoboter, kon men de eerste chocoladerepen maken.
De cacaoboom
West Afrika levert meer dan de helft van de wereldproductie aan cacaobonen, maar Brazilië is de grootste producent van Zuid Amerika. De cacaobomen zijn gevoelige bomen, de bomen houden van warmte en vocht. In de vrije natuur kunnen de cacaobomen wel 15 meter hoog worden. Op de plantages worden ze gesnoeid zodat ze niet hoger worden dan 4 meter . Dat is veel handiger bij het plukken van de bonen. De cacaobomen beginnen vrucht te dragen wanneer ze 3 tot 4 jaar oud zijn. Ze bloeien het hele jaar door. Op de dikste takken vormen zich peulen. In elke peul bevindt zich tussen de 30 en 40 witte of paarsachtige zaden, de cacaobonen. De zaden hebben een erge bittere smaak. Als men gaat oogsten dan snijden ze de peulen open en leggen de bonen in hopen op bananenbladeren, en dekt die ook af met bladeren. De bonen laten ze ongeveer 5 dagen liggen. In die dagen stijgt de temperatuur in de berg bonen, de zaden gaan dan schuimen. Tijdens dit proces verkleuren de bonen tot donkerbruin. Na het gisten worden de zaden in de zon gedroogd, dat duurt ongeveer 1 tot 2 weken.
Van boon tot chocola
Als de cacaobonen gedroogd zijn gaan ze in zakken of kisten naar fabrieken. De bonen zijn vuil en worden eerst schoon gemaakt, als ze schoon zijn gaan ze in een grote oven en worden ze geroosterd. Nu pas krijgen ze een chocolade smaak. De bonen worden fijn gemalen. Ze gaan dan in grote machines en worden fijn gestampt tot een pasta, de cacaopasta. De pasta wordt met veel kracht samen geperst , daardoor gaat het vet eruit, dat is de cacaoboter. Cacaopasta, cacaoboter en suiker worden enkele dagen door elkaar geroerd. Als het roeren klaar is wordt het in vormen gegoten en dan gaan ze in grote koelkamers om op te stijven, waarna het verpakt kan worden en dan kunnen de repen naar de winkel worden gebracht. In witte chocolade zit geen cacaopasta. Voor het maken van pure chocolade worden aan de cacaopasta extra cacaoboter en suiker toegevoegd. Voor het maken van melkchocolade wordt er meer melkpoeder aan de pasta toegevoegd.